Mooie omslagdoek:
Begin met 3 lossen en een halve vaste in de eerste losse om zo een ring te maken (of een magische lus).
Rij 1: 6 lossen (telt als 1 stokje, 3 lossen), (1 stokje, 1 losse, 1 stokje, 3 lossen, stokje) in de ring; keer het werk.
Rij 2: 4 lossen (telt als 1 stokje, 1 losse vanaf hier), stokje in de eerste steek, 4 stokjes in volgende 3-lossen-ruimte, stokje op volgende stokje, (stokje, 3 lossen, stokje) in volgende 1-losse-ruimte, stokje op volgende stokje, 4 stokjes in volgende 3-lossen-ruimte, (1 stokje, 1 losse, 1 stokje) in 3e losse; keer het werk.
Rij 3: 4 lossen, stokje in de eerste steek, 1 losse, stokje in volgende 1-losse-ruimte, 1 losse, stokje op volgende stokje, [1 losse, sla volgende stokje over, stokje op volgende stokje] 3 maal, 1 losse, (stokje, 3 lossen, stokje) in volgende 3-lossen-ruimte, 1 losse, stokje op volgende stokje, [1 losse, sla volgende stokje over, stokje op volgende stokje] 3 maal, 1 losse, stokje in volgende 1-losse-ruimte, 1 losse, (1 stokje, 1 losse, 1 stokje) in 3e losse van de keerlossen; keer het werk.
Rij 4: 4 lossen, stokje in volgende 1-losse-ruimte, [stokje op volgende stokje, stokje in volgende 1-losse-ruimte] 6 maal, stokje op volgende stokje, (stokje, 3 lossen, stokje) in volgende 3-lossen-ruimte, [stokje op volgende stokje, stokje in 1-losse-ruimte] 7 maal, 1 losse, (1 stokje, 1 losse, 1 stokje) in 3e losse; keer het werk.
Rij 5: 4 lossen, stokje in volgende 1-losse-ruimte, 1 losse, stokje op volgende stokje, [1 losse, sla volgende stokje over, stokje op volgende stokje] tot aan volgende 3-lossen-ruimte, 1 losse, (stokje, 3 lossen, stokje) in volgende 3-lossen-ruimte, 1 losse, stokje op volgende stokje, [1 losse, sla volgende stokje over, stokje op volgende stokje] tot aan laatste 1-losse-ruimte, 1 losse, stokje in volgende 1-losse-ruimte, 1 losse, stokje in 3e losse van de keerlossen; keer het werk.
Rij 6: 4 lossen, stokje in volgende 1-losse-ruimte, [stokje op volgende stokje, stokje in volgende 1-losse-ruimte] tot aan laatste stokje voor de 3-lossen-ruimte, stokje op volgende stokje, (stokje, 3 lossen, stokje) in volgende 3-lossen-ruimte, [stokje op volgende stokje, stokje in volgende 1-losse-ruimte] tot aan laatste stokje voor de 1-losse-ruimte, stokje op volgende stokje, stokje in volgende 1-losse-ruimte, 1 losse, stokje in 3e losse van de keerlossen; keer het werk.
Rij 7-48: Herhaal rijen 5-6 (21 maal).
Rij 49: Herhaal rij 5.
Rij 50: 3 lossen, 4-stokjes-cluster in eerste 1-losse-ruimte, *3 lossen, picot, 3 lossen, sla volgende lossen-ruimte over, 5-stokjes-cluster in volgende lossen-ruimte; herhaal van * tot aan laatste 1-losse-ruimte. Afhechten.
