Een variatie op de Virus Omslagdoek is de Virus Cape: het is hetzelfde patroon, alleen is er een 'kwart' deel bijgevoegd. Dit houdt in dat er niet, zoals bij de sjaal, middenachter een 'punt of hoek' is, maar dat het middenachter 'recht' is en dat er links en rechts daarvan een 'hoek' is; de hoeken hangen als het ware aan de zijkant. Door dit model krijg je ook aan de voorkant een gedeelte te hangen; de cape sluit meer 'rondom':
Opmerking:
Ik vond een verschil in het patroon tussen de sjaal en cape:
- de sjaal heeft kleine bogen van 4 lossen en grote bogen van 7 lossen
- de cape heeft kleine bogen van 5 lossen en grote bogen van 10 lossen
Dus ja, wat is wijsheid ... beiden hebben hoeken van 90 graden, daar zit het verschil niet in; persoonlijk zou ik kiezen voor de bogen van de sjaal (kleine bogen: 4 lossen en grote bogen: 7 lossen)
Het patroon van de Virus Cape (volgens bovenstaand diagram).
Opzetten 10 lossen en sluit deze met een halvevaste tot een ring.
1e rij: 3 lossen (= 1e stokje), draai het werk en nog 29 stokjes in de ring haken (= met de 3 opzetlossen 30 stokjes).
2e rij: 3 lossen (= 1e stokje), draai het werk en op ieder stokje 1 stokjes haken, dus ook in de bovenste losse van die van de vorige toer (= 30 st totaal).
3e rij: 4 lossen (= 1e stokje), draai het werk en in ieder stokje "1 stokje, 1 losse" haken (= 20 st).
4e rij = Bogen-rij: (LET OP: het diagram klopt niet helemaal voor deze 4e rij; ik heb het voor zoveel mogelijk in het diagram aangepast, maar je kunt zekerheidshalve beter de tekst hieronder aanhouden).
3 lossen (= 1e stokje) plus 7 lossen voor de boog (= 10 lossen totaal), draai het werk en zet de lossen-boog vast in de 2e opening met een halvevaste. Haak nu 3 kleine bogen van ieder 5 lossen en zet ieder boogje vast in 2e opening met een halvevaste (dus steeds 1 opening overslaan).
We gaan nu 2 grote (hoek) bogen haken (=
1e hoek): haak 10 lossen en zet die vast met een halvevaste in de 2e opening en haak aansluitend weer 10 lossen, die je in 2e opening vastzet met een halvevaste. Na deze 2 grote (hoek) bogen weer 3 kleine bogen haken van ieder 5 lossen en zet ieder boogje vast in 2e opening met een halvevaste (dus steeds 1 opening overslaan).
We gaan nu de volgende 2 grote (hoek) bogen haken (=2e hoek): haak 10 lossen en zet die vast met een halvevaste in de 2e opening en haak aansluitend weer 10 lossen, die je in 2e opening vastzet met een halvevaste.
Na deze 2 grote (hoek) bogen haken we nog 3 kleine bogen van ieder 5 lossen en zet ieder boogje vast in 2e opening met een halvevaste (dus steeds 1 opening overslaan).
Tot slot van deze rij nog 1 grote boog haken: 7 lossen en vastzetten met 1 stokje op de 3e losse van de vorige toer (7 lossen + 1 stokje = 10 lossen).
5e rij = Waaierboog: 3 lossen (= 1e stokje) en nog 9 stokjes haken (= met de 3 opzetlossen 10 stokjes). Zet deze waaier vast met 1 halvevaste in de kleine boog van de vorige rij. Nog 2 kleine bogen haken van ieder 5 lossen en zet ieder boogje vast in 2e opening met een halvevaste (dus steeds 1 opening overslaan).
Aansluitend 10 stokjes haken in de beide grote (hoek) bogen (= 20 stokjes, zonder losse ertussen) en zet deze waaier vast met 1 halvevaste in de volgende kleine boog van de vorige rij. Haak nog 2 kleine bogen van ieder 5 lossen en zet ieder boogje vast in 2e opening met een halvevaste (dus steeds 1 opening overslaan).
Dan weer 10 stokjes haken in ieder van de volgende twee grote (hoek) bogen en zet deze waaier vast met een halvevaste in de volgende kleine boog van de vorige rij. Nog 2 kleine bogen haken van ieder 5 lossen en zet ieder boogje vast in 2e opening met een halvevaste .
Tot slot 10 stokjes haken in de laatste grote boog.
6e rij: 3 lossen (= 1e stokje), draai het werk en haak nu op ieder stokje een stokje (= 10 stokjes), en zet deze waaier vast met een halvevaste in de volgende kleine boog van lossen. Haak 5 lossen en zet die met een halvevaste vast in de volgende boog van lossen.
Aansluitend (dus zonder losse) *20 stokjes haken op de 2 (hoek) bogen en zet deze waaier vast met een halvevaste in de volgende kleine boog van lossen. Haak 5 lossen en met een halvevaste vastzetten in de volgende boog van lossen*. Herhaal van * tot * nog 1 maal.
Tot slot 10 stokjes haken op de stokjes van de laatste grote boog.
7e rij: 4 lossen (= 1e stokje), draai het werk en in ieder stokje "1 stokje, 1 losse" haken (lossenboog overslaan, dus géén stokje daar. Gewoon een volgend stokje (zonder losse) op de volgende grote boog).
8e rij: Het patroon is steeds 1 grote boog, 3 kleine bogen:
Haak 3 lossen (= 1e stokje) plus 7 lossen voor de boog (= 10 lossen totaal), draai het werk en zet de lossen-boog vast in de 2e opening met een halvevaste. Haak nu 3 kleine bogen van ieder 5 lossen en zet die vast in 2e opening met een halvevaste" (dus steeds 1 opening overslaan).
*We gaan nu 1 grote boog haken van 10 lossen en zetten die vast met een halvevaste in de volgende opening (hier wordt bedoeld de ruimte tussen de twee stokjes van de vorige toer, die aansluitend gehaakt zijn; het is de eerstvolgende boog van de stokjes van de vorige ronde, een tussenruimte die overbrugd moet worden, dus we slaan de ruimte ervoor en de ruimte erna over en steken een stukje verder in waar de volgende ruimte tussen twee stokjes is).
Na deze grote boog gaan we weer 3 kleine bogen haken van ieder 5 lossen en zetten die vast in 2e opening met een halvevaste.
We gaan nu een groep van 2 grote (hoek) bogen haken (= 1e hoek) van 10 lossen: haak 10 lossen en 1 halvevaste in de 2e opening (1 opening overslaan) en haak aansluitend voor de 2e boog ook 10 lossen en 1 halvevaste in de 2e opening .
Haak na deze 2 grote (hoek) bogen weer 3 kleine bogen van ieder 5 lossen en zet die vast in 2e opening met een halvevaste (dus steeds 1 opening overslaan)*.
Herhaal van * tot * nog 1x.Haak nu weer een boog van 10 lossen (zie hier voren) en na deze grote boog nog 3 kleine bogen haken van ieder 5 lossen en die zetten we vast in 2e opening met een halvevaste.
We eindigen deze rij met nog 1 grote boog van 7 lossen en zeten het vast met 1 stokje op de 3e lossen van de vorige toer (7 lossen + 1 stokje = 10 lossen).
Vanaf hier is het een constante herhaling van rij 5 t/m 8
